Najagen van verkeer, fietsers; wat is er aan de hand?
Blaffen, grommen en aan de lijn trekken als er een hardloper, fietser of auto langs komt. Het is een probleem voor een heleboel eigenaren. Vaak wordt aangenomen dat dit najagen is. Een instinctief gedrag dat zou horen bij honden, zeker bij rassen die oorspronkelijk gefokt zijn om vee te drijven. In een aantal gevallen is dat zeker het geval. Maar meestal is er toch iets anders aan de hand.
In de loop der jaren zijn hondenrassen ontstaan die oorspronkelijk gefokt zijn om vee te drijven. Ze zitten in de rasgroep 1 Herdershonden en veedrijvers. Sommige rassen binnen deze groep worden nog steeds gebruikt om vee te drijven (denk aan de Border Collie of de Australian Shepherd), voor andere rassen geldt dat ze deze taak van oorsprong wel hadden maar daar tegenwoordig nog maar zelden gebruik van gemaakt wordt (bv. de Bobtail of de Bearded Collie).
Veel van deze rassen functioneren ook als "huishond" zonder een hele specifieke taak. In een huishouden en leefomgeving waar het niet de bedoeling is of op prijs gesteld wordt dat de hond achter blaft naar personen of vervoersmiddelen. Toch gebeurt dit geregeld en dan wordt aangenomen dat het "bij het ras hoort". Maar is dat wel zo?
Prooigedrag
Najagen valt onder prooigedrag. Als je hiervan de strikte definitie bekijkt, dan vallen de volgende gedragingen daaronder: volgen/sluipen, najagen, vangen, bijten, doden en opeten.
Prooigedrag wordt vaak aangewakkerd door bewegende prikkels. Dus inderdaad: wandelaars, fietsers, hardlopers of auto's vallen in de categorie bewegende prikkel. Ook hoge geluiden, zoals het huilen of schreeuwen van een baby of een jong kind, kan prooigedrag uitlokken.
Een belangrijk kenmerk van prooigedrag, is dat het NOOIT voorafgegaan wordt door een dreiging. Blaffen of grommen is erg contraproductief als je op jacht bent, want daarmee breng je je prooi op de hoogte dat je er aan komt. Niet zo slim, als je dat konijntje wilt vangen ;)
Het kan wel zijn dat een hond tijdens de achtervolging zelf wel blaft of gromt, als gevolg van de opwinding. Maar dat is dan echt op het moment dat de jacht al ingezet is. Niet op voorhand, bijvoorbeeld als de hond de prooi ziet.
Bedreiging
Veel honden van wie gedacht wordt dat ze fietsers etc. najagen, blaffen en grommen al voordat de denkbeeldige achtervolging ingezet is. Of ze vallen wel uit, maar trekken niet echt achter de "prooi" aan. Dat betekent dus per definitie dat het GEEN prooigedrag is!
De kans is groot, dat zo'n hond reageert omdat hij zich bedreigd voelt door die hardloper, fietser of auto. En dat hij in de loop der tijd geleerd heeft dat zijn gedrag heel goed werkt.
Dat is per definitie zo; een prikkel die in beweging is, gaat bij je vandaan. In de beleving van de hond gebeurt dat omdat hij uitgevallen is. Hij weet natuurlijk niet dat die persoon al lang van plan was om door te gaan en dat dat niets met hem als hond zijnde te maken heeft.
Naderen
En ja. Het kan heel erg goed zijn dat zo'n hond wel achter de hardloper, fietser of auto aan wil. Ook als hij zich erdoor bedreigd voelt. Als eerste omdat hij in de loop der tijd geleerd heeft dat dat werkt, dus waarom zou hij het stoppen? En als tweede omdat het erg zinvol kan zijn om, als je ergens bang voor bent, er juist naar toe te gaan.
Dat klinkt in eerste instantie meestal een beetje raar, maar als je er langer over nadenkt (en dit artikel leest), is het eigenlijk heel logisch!
Als het wél prooigedrag is, is het belangrijk je te realiseren dat het zo goed als onmogelijk is om het gedrag te veranderen. Ik weet het. Er zijn mensen die beweren dat ze prooigedrag onder controle kunnen krijgen. En het kan in sommige gevallen ook. Maar die kans is echt heel erg klein dat het lukt.*1
Vaak wordt geprobeerd om dat te doen met stroombanden of andere middelen die voor de hond pijnlijk of erg vervelend zijn. In combinatie met een hele kleine slagingskans, óók met dit soort heftige hulpmiddelen, vind ik dat persoonlijk een erg slecht plan. Ook omdat er een grote kans is als je met dergelijke middelen werkt, dat de hond een verkeerde associatie gaat maken. Als hij bijvoorbeeld naar jou kijkt op het moment dat hij een stroomstoot krijgt, is er een reële kans dat hij jou gaat associëren met die stroomstoot en hij dus bang voor je wordt.
Ook als je probeert met behulp van beloningen probeert het gedrag onder controle te krijgen, is de kans erg klein dat dit lukt. In een onderzoek *2 werden beide methodes met een even slecht resultaat geprobeerd.
Wat wel doen?
Een hond met prooigedrag moet vooral goed begeleid en veilig gehouden worden. Dat betekent aan de lijn houden en als er gebeten wordt, een muilkorf om. Niet leuk, maar de enige garantie dat de omgeving veilig blijft. En daarmee jouw hond ook.
Wees ook kritisch over wat je jouw hond die gefokt is om te drijven (mentaal en fysiek zwaar werk) in het dagelijks leven biedt. Kan het zijn dat hij iets mist? Je zou kunnen kijken of je op een veilige manier aan de behoefte kunt voldoen, door te gaan schapen drijven of treibball te gaan doen. Sommige mensen zijn dan bang dat daarmee het instinct juist aangewakkerd wordt. Dat is inderdaad een potentiele mogelijkheid maar vaak zie je toch dat de hond, als hij een gecontroleerde uitlaatklep heeft voor zijn oerdriften, dat dit in ongewenste (en andere) omstandigheden (op straat) minder wordt.
Als het géén prooigedrag is, maar je hond zich bedreigd voelt door een hardloper, fietser of auto, is de prognose aanzienlijk beter! Door uit te gaan van zijn emotie en die te gaan veranderen, verandert het gedrag van jouw hond mee. Het kan zijn dat je dan nog een stukje "alleen" gedrag moet trainen maar het begint bij de verandering van de emotie van jouw hond.
Meer lezen over hondengedrag?
Dat kan in één van mijn boeken: Help je hond bij angst (samen met Erica Bokelmann of Kijk eens naar je hond. Aan de slag met zijn gedrag!
Bronvermelding:
* 1 Behavior problems of the Dog&Cat, G. Landsberg, W. Hunthausen, L. Ackerman
*2 The Welfare Consequences and Efficacy of Training Pet Dogs with Remote Electronic Training Collars in Comparison to Reward Based Training. Jonathan J. Cooper, Nina Cracknell, Jessica Hardiman, Hannah Wright, Daniel Mills
Dit artikel is geschreven door Monique Bladder, hondengedrag-specialist. Overname van dit artikel is zonder toestemming niet toegestaan.