Pavlov: waarom je daar iets over moet weten als je je hond wilt helpen

angst

De kans is groot dat je, als je dit artikel leest, misschien iets wilt veranderen aan het gedrag van je hond. Omdat het voor jouw hond vervelend is of omdat het lastig is voor jou of je omgeving. Niet gek als je dat wilt: om een hond in onze samenleving te laten samenleven met ons, moet hij zich best behoorlijk aan kunnen passen. En dat gaat niet altijd vlekkeloos. Als je je hond daarin wilt helpen en wilt begeleiden, is het handig om iets te weten over Pavlov. Of beter gezegd: over wat hij heeft ontdekt en hoe je dat kunt gebruiken om je hond te helpen. 

Pavlov is misschien wel een naam die een belletje doet rinkelen (haha, flauw taalgrapje 🤪) Hij was een wetenschapper die aan het einde van de 19e eeuw onderzoek deed naar spijsvertering. Hij gebruikte daarvoor honden. Ik zal je de details besparen; het was niet echt een hond-vriendelijk onderzoek (op zijn zachtst gezegd). Honden kregen onder meer buisjes aangebracht in hun hals zodat Pavlov de speeksel-productie kon meten. 

Hij deed dus ook helemaal geen onderzoek naar honden en hun gedrag! Maar hij ontdekte wel iets dat we bij honden goed in kunnen zetten. Ook bij mensen en alle andere dieren die kunnen leren trouwens. Hij ontdekte de klassieke conditionering. 

Hij merkte dat de honden op een gegeven moment in het onderzoek al speeksel aanmaakten voordat hij ze eten gaf. En zelfs als hij deed alsof hij ze ging voeren, dus als er helemaal geen voedsel was. Dit verraste hem en hij ging dit verder onderzoeken door bv. een aantal seconden voor het voeren het geluid van een metronoom te laten horen. Na een aantal keer bleek dat de honden inderdaad al speeksel gingen aanmaken nadat de metronoom te horen was. Ook als er geen voer kwam. 

Pavlov ontdekte dus dat als een prikkel (zoals de metronoom) herhaaldelijk voorafgaat aan iets anders dat voor de hond een prikkel is (het voer in dit geval) wat vervolgens gedrag oplevert (het kwijlen), na verloop van tijd die prikkel leidt tot gedrag. Ook zonder dat wat voor de hond belangrijk is (het voer). 

Zo. Op die zin heb ik even gezwoegd om hem zo begrijpelijk mogelijk te maken. Maar dat valt nog niet mee ;) Daarom een aantal voorbeelden: 
* Je doet de koelkast open en geeft je hond iets lekkers uit de koelkast. Het openen van de koelkast zal na een aantal herhaling voor je hond een prikkel worden die ervoor zorgt dat hij naar de koelkast toe komt. Ook als hij niet iets lekkers krijgt. 

* Als je de riem pakt van je hond, wordt je hond wakker en alert. Het wordt de voorspeller van dat jullie naar buiten toe gaan dus zal hij naar je toe komen als je de riem pakt. 

 

Het gaat er bij Pavlov, of beter gezegd klassieke conditionering, dus om dat iets in de omgeving van je hond de voorspeller wordt van iets anders. Iets dat eerder voor je hond neutraal was en geen betekenis, krijgt ineens wel een bepaalde lading. 
De koelkast was eerst neutraal, maar voorspelt nu iets lekkers
De riem was eerst neutraal, maar voorspelt nu iets leuks

Klassieke conditionering speelt heel vaak een rol in het dagelijks leven van de hond. Het is de manier waarop hij leert of bepaalde dingen in zijn omgeving leuk of niet leuk zijn. Of hij zich er zorgen over moet maken of dat het helemaal ok is. Als je terug gaat naar de basis, is dit het leerprincipe dat een belangrijke rol speelt in het overleven van de hond. Voor hoe onze honden in het algemeen leven, is dat (gelukkig) niet meer zo. Maar het leerproces is er natuurlijk nog steeds. 
Een groot verschil met een ander belangrijk leerprincipe (operante conditionering), is dat het bij klassieke conditionering helemaal niet gaat wat de hond zélf doet. Hij leert over zijn omgeving en wat die voor hem betekent. De kans is groot dat hij wel iets doet in reactie op zijn omgeving, maar dat doet hij vaak onbewust en/of reflexmatig. Vaak gebaseerd op een emotie. Zoals de honden van Pavlov ook niet bewust gingen kwijlen.
Bij operante conditionering denkt je hond soort van na over wat hij doet. Daarbij gaat het wél om zijn eigen gedrag. Hij leert: als ik dit doe (bv zitten), krijg ik een koekje. 

Klassieke conditionering speelt logischerwijs vaak een rol in de vorming van probleemgedrag. Probleemgedrag gaat vaak over emoties en daar is klassieke conditionering vaak mee verbonden. Als een hond niet mee wil wandelen in het donker, kan het zijn dat het donker de voorspeller geworden is van vuurwerk. Als je hond zijn tuigje niet om wil, kan het zijn dat het de voorspeller geworden is van pijn. Als je je hond alleen aan het einde van de wandeling roept om aan te lijnen, kan het de voorspeller worden van het einde van iets leuks. Als je op je hond afloopt als hij een bot heeft, kan het de voorspeller worden van dat je het hem afpakt. Als je je hand uitsteekt, kan het de voorspeller worden van een pijnlijke aanraking of fysieke correctie. Etc etc etc. 

Je kunt echter, als je weet hoe je het moet doen, ook heel goed gebruik maken van die klassieke conditionering om emoties en gedrag te veranderen. Hoe je dat precies doet, verschilt per probleemgedrag. Het is niet ingewikkeld, als je er eenmaal goed over nagedacht hebt. 
Meer leren over honden en over hun gedrag? Word dan lid van de Doet ie anders Nooit! Club op Facebook.

Dit artikel is geschreven door Monique Bladder, hondengedrag-specialist. Overname is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming. Delen via social media wordt op prijs gesteld.