De verwachtingen van je hond over de buitenwereld
Als je hond iets doet, is dat heel vaak in reactie op iets dat er om hem heen gebeurt. Soms denkt je hond van tevoren na over wat hij gaat doen. Soms reageert hij instinctief, impulsief of reflexmatig (lijkt hetzelfde, is het niet per definitie maar dat wordt hier te ingewikkeld). Wat er in de wereld om hem heen gebeurt. En wat hij daarvan verwacht, kán zijn gedrag in grote mate bepalen. Zeker als je hond bang is voor iets. Maar óók bij dingen die hij leuk vindt. Eigenlijk bij alles wat vooral emotioneel gedreven is.
Als je er met een analytische blik naar kijkt, kun je zeggen dat een emotie op een prikkel opgewekt kan worden door wat je verwacht wat die prikkel kan doen of betekent voor je. Dus: als aangekondigd wordt dat Disneyland weer open gaat (de prikkel), wekt dat bij mij persoonlijk een emotie op. Blijdschap. Als je partner vertelt dat er een grote spin op je slaapkamer zit (prikkel, daar is ie weer ;) ), leidt dat tot de emotie angst.
Als jij je wandelschoenen aandoet (prikkel), wordt je hond blij want jullie gaan naar het bos. Als je hond die andere hond tegenkomt waar hij door is aangevallen (prikkel), wordt hij bang.
In grote lijnen kun je zeggen dat die emotie en verwachting aan elkaar gekoppeld worden omdat:
- het in de genen zit. Sommige angsten zijn heel primair, voor mensen kunnen dat spinnen en muizen zijn bijvoorbeeld. Bij honden kunnen dat bv. harde geluiden zijn. Het kan ook zijn dat de ouders bang waren voor bepaalde prikkels en dat dat door middel van epigenetica van invloed is op de emoties van jouw hond.
- je hond de desbetreffende prikkel niet kent en er dus geen ervaring mee heeft. Bijvoorbeeld omdat er in de socialisatie niet kennis mee gemaakt is. Bij de fokker en/of bij de eigenaar is er te weinig aandacht besteed aan het maken van associaties met voor een hond potentieel belangrijke prikkel
- je hond een negatieve ervaring heeft met de desbetreffende prikkel. Er is in het verleden iets gebeurd waardoor je hond geleerd heeft dat bij het zien, ruiken, horen of voelen van een prikkel, er daadwerkelijk iets vervelends gebeurt.
- Een combinatie van één of meerdere van de hierboven genoemde drie redenen.
Grofweg kun je zeggen dat een hond op twee manieren leert (er zijn er meer, maar dit is de grote lijn):
- Je hond ervaart dat als hij zélf iets doet, dat dat vervolgens een resultaat heeft (dat belangrijk is voor hem zelf). Hij doet bewust iets wel of niet, omdat hij gemerkt heeft dat een consequentie voor hem heeft. Dus hij gaat zitten als je hem dat vraagt, omdat hij een voertje krijgt. Hij stopt met springen, omdat hij een knietje krijgt (niet aan te raden ;) ). Hij stopt met springen, omdat je je dan omdraait en wegloopt. Hij blijft blaffen naar de postbode, omdat die dan weer weg gaat.
Dit wordt operante conditionering genoemd. Het gebeurt dus op basis van gedrag dat de hond uitvoert en wat daarvan voor de hond het gevolg is.
- Er gebeurt iets in de omgeving van je hond, in de buitenwereld. En dat heeft een impact op hem. Het doet hem iets. Positief of negatief. Daarbij denkt je hond dus helemaal niet ná over wat hij doet. Want zijn reactie is impulsief en onbewust. De omgeving doet iets met hem. Terwijl bij de voorbeelden hierboven hij iets doet met de omgeving.
Deze verwachtingen en wat de buitenwereld doet met je hond, heeft te maken met klassieke conditionering.
Die klassieke en operante conditionering komt bijna nooit in zulke zwart-wit-hokjes zoals ik die hier schets. Zo simpel is het niet. Het loopt meestal uiteindelijk door elkaar heen. Maar het is goed om bij het begin te beginnen denk ik zo ;)
Als je je hond wilt helpen om zijn emoties te veranderen, is het dus verstandig om iets te doen aan zijn verwachtingen over wat er in zijn buitenwereld gebeurt of zou kúnnen gebeuren. Dat heet dan counter-conditionering.
Wil je daarover meer leren? Hoe je dat zou kunnen doen? Kijk dan eens naar mijn lesprogramma Angst.